indonesie2023.reismee.nl

23 november

24 november. Met de speedboot terug naar Bali. Maud en Sacha gaan door naar Ubud, ik naar Denpasar. Morgen om 08:00 vlieg ik naar Flores om overmorgen een dagtrip naar Komodo te doen. Onderweg naar hotel Yajakarta Bali stopt het verkeer voor een passerende uitvaart. Zwemmen in zee, dobberen in het zwembad en een paar shirts gekocht. In het hotel is er een fantastisch BBQ met nog fantastischere nagerechten. Morgen om 06:00 weer op pad!

21 en verder

22 November. Niets doen. Ontbijt, zon, zee, lunch, bier, Happy Hour, Mojito, avondeten, biertje, slapen, tot morgen!

23 november. Om 8 uur op weg voor en paar uurtjes snorkelen; altijd de moeite waard! Voor mij in de boot zat een stel uit Parijs; prachtig kleurencombinatie van huid en kleding. Teruggekomen het juiste ritme weer opgepakt: niks doen en een cocktailtje drinken. Morgen weer op pad…

20e

20 november. Fris en uitgerust opgestaan en ontbeten met Mangis, Rambutan, Pisang en thee. In de taxi en onderweg naar Sanur om met de boot over te steken naar Nusa Ceningan. Bij aankomst verwacht je dan een druk strand, waar je door het water wadend op een bootje moet stappen, dat schommelend ligt te wachten op een kraakheldere zee. Niets van dat al! Niks romantisch, niks authentieks. Cultuurshock. Het is alsof we afgeleverd worden bij een modern vliegveld. Tot in de puntjes georkestreerd. Logistiek perfect. Bagage wordt vanaf de taxi naar binnen gebracht. Zonder gesjouw gaan we met onze barcodetoegangskaartjes de roltrappen op en de airco gekoelde wachthal in. Met zes zware buitenboordmotoren wordt de boot voortgejaagd over de zee om aan te komen op Nusa Penida waar we al uitkijken naar dezelfde begeleiding naar ons hotel. Cultuurshock nummer twee. Vanaf hier wordt het weer authentiek. Zelf sjouwen met je bagage. Achterin een auto worden we achtergelaten op en schaduwplek en het wachten begint. Na een telefoontje blijkt dat we links om de hoek naar de Yellow Bridge moeten lopen en daar aangekomen wordt het ons duidelijk. Hier kunnen alleen twee brommers elkaar passeren en aan de overkant staat het transport te wachten. Deze gele brug was vroeger overigens blauw, maar is jaren geleden ingestort onder het gewicht van de vele brommers en voetgangers, waarbij 16 doden vielen. Inmiddels herbouwd werd de brug dus nu geel, maar aan de ingang laat een bordje met Hati-Hati (gevaar) erop ons weten dat we rustig moeten oversteken omdat de brug “broken” is. Het lukt ons (het is inmiddels weer warm geworden en de zon schijnt onbarmhartig), klauteren een auto in en komen aan op onze eindbestemming voor 4 dagen. Wow! Wat een uitzicht! Eindelijk de zee. Gaat helemaal goedkomen , maar we moeten nog 1 keer de brug over…

de 19e

19 november. Het zou vandaag onze 47e trouwdag zijn, maar helaas… Gelukkig heb ik voldoende afleiding en om 02:00 stappen we op de trein naar Ketapang voor de oversteek met het veer naar Bali. In de trein leid ik aan een overdosis zelfvertrouwen, zodat ik in Gilimanuk mijn was naar de wasserette moet brengen. Aan de kade bij het veer halen kinderen spectaculaire capriolen uit en duiken naar geld en zakjes chips die de toeristen op het veer naar hen toegooien. Morgen om negen uur weer op pad naar Nusa Penida. Niks spannends vandaag verder, behalve dat de huishond Tjokkie onverstoord voor de ingang de kamer blijft liggen, hondsmoe..

17 en 18

17 en 18 november. Het gaat goed en we zijn onderweg om de zonsopgang boven de Bromo te zien. Het is boven de 30 graden als we aankomen in de stad van Mango en Wind Probolinggo, maar met iedere 100 meter die we hogerop komen daalt de temperatuur met één graad. Ik vraag de taxichauffeur of hij al een rijbewijs heeft, want ik schat hem niet ouder dan 15 of 16. Vol trots laat hij foto’s zien van zijn twee kinderen en zijn vrouw en zijn rijbewijs; geboren in 1984. Op zo’n 1.000 meter hoogte ligt Gubuk Ndeso, waar we voor het eerst geen airco hebben; de avond valt in en buiten is het een aangename 22 graden. Om 02:00 worden we opgehaald met een Jeep om de zonsdopgang te gaan beleven; er wordt aan de deur geklopt en een lokale verkoper biedt ons ijsmutsen aan. We zijn benieuwd. Spectaculair, druk, super toeristisch. De moeite waard? Gewoon doen als je de kans krijgt. Wat voor de één een ervaring rijker is kan voor de ander een illusie armer zijn. Vanavond om 11 uur weer de trein in naar Bali en misschien maken we nog een spectaculaire zonsopgang mee op het veer tussen Java en Bali.

14

14 en 15 november. Gisteren hebben we een opleidingsinstituut bezocht voor studenten in de verpleegkunde die parallel aam hun studie ook het Nederlands leren om later uitgezonden te worden naar Nederland. Onderweg mijn nieuwe bril verloren, maar ook weer teruggevonden, dus ik trakteer iedereen donderdag op een etentje in het beste restaurant van Jogjakarta! We komen buiten en zien voor de woning van de eigenaar tegenover ons een auto staan. Hier wordt aan huis de kat gewassen en gedroogd, inventief en effectief. De eigenaar van ons onderkomen heeft nog 3 soortgelijke vestigingen en zou zo maar een welgesteld mens kunnen zijn. Op mijn vraag of hij wellicht rijk is antwoord hij ter bevestiging met een onmiskenbaar Aziatisch antwoord: “I hope so”. We gaan zwemmen in het zwembad van één van zijn andere hotels en ook dat ziet er goed onderhouden uit. Netjes, schoon, fris geverfd. Neem je echter wat moeite om verder te kijken, om in te zoomen, dan zie je ook hier weer het bewijs dat de mens uiteindelijk aan de natuur ten onder zal gaan, mits wij die natuur een stapje voor zijn en haar eerder vernietigen; en we zijn wat dat betreft goed op weg! Wat ooit ongeroerd ijzererts was, door mensenhanden opgegraven en vervormd tot een metalen plantenbak met hengsels, een attribuut, wordt nu door de natuur teruggenomen; langzaam maar definitief wordt het teruggebracht naar moeder Aarde.

13d

13 november. De zon schijnt ongetemperd en het is in de ochtend al extreem drukkend warm. Op weg naar Malioboro voor een ochtendje winkelen. De stalletjes langs de winkels hebben plaats gemaakt voor een fraai betegelde en brede boulevard, waar de Bata, Dunkin Donut, McDonalds en veel van hetzelfde de boventoon voeren. Malioboro begint te lijken op hetzelfde concept als de Champs Elysées of de Kurfürstendamm in Berlijn. We gaan naar binnen, kopen schoenen, een sarong, T-shirts, krakend voer en bier. Buiten is het weer omgeslagen; donderslagen, bliksem en regen; water stroomt van de daken en door de straten alsof er een sluis is opengezet. De temperatuur daalt tot het laagste niveau overdag in maanden: 28 graden. In met plastic dichtgeplakte betjahs gaan we terug naar het hotel. Het plan om vanmiddag aan het zwembad te relaxen en een beetje bij te kleuren valt in het water. Maar de regen is welkom, meer dan welkom; het is te lang droog geweest.

Saté

12 november. Zondag. Gisteravond was het tot laat gezellig bij ons om de hoek. Vandaag vroeg weer op om een gepast cadeau te kopen voor Uji’s moeder; een mand met fruit schijnt het dan altijd goed te doen. Onderweg naar een fruitkraam kom je van alles tegen en om 11 uur gaan we op weg naar een dorp net buiten het centrum van Jogja. Waar in 2006 geen huis meer overeind stond is het nu al weer jaren een levendige gemeenschap van zo’n 1.200 inwoners, verdeeld over vijf wijken, waar iedereen elkaar kent en helpt. Onderweg terug stoppen we bij Pak Pong, die jaren geleden begon met een klein kraampje langs de weg waar hij al kipassend zijn saté kambing verkocht. Nu bezit hij een aantal grote eetzalen waar de geur van saté op houtskool je al van verre verwelkomt. Als we terug rijden naar de stad realiseer ik me dat de Indonesische taal, het Bahasa, in de eigen ontwikkeling veel gemist heeft door de aanwezigheid van de Nederlandse koloniale overheersers. Moderne ontwikkelingen, of zaken die in Indonesië gewoon niet bestonden, kregen in het Bahasa een Neerlandisme. Een uitlaat werd een “knalpot”, doorsmeren “doorsmer”, een apotheker wordt aangeduid met “apotek”. “Kuas” is een kwast en ga zo maar door.